over het verzet van drie Bredase jongens tijdens de Duitse bezetting
Na een onbezonnen jeugd moesten ze op zondag 12 mei 1940 plotseling vluchten voor de oprukkende Duitse legers. Aanvankelijk leek die vlucht niet meer dan een incidentele onderbreking van hun gewone dagelijkse leven, maar dat veranderde snel. Duitse maatregelen en persoonlijke omstandigheden dwongen de drie tot stellingname en dat leidde er toe dat ze, ieder op geheel eigen wijze, betrokken raakten bij het verzet. Opvallend is de vanzelfsprekendheid waarmee dat gebeurde. Geen hooggestemde idealen, maar vriendschap en loyaliteit waren bepalend.
In eerste instantie leek het nog op spelen: Colporterende NSB’ers pesten, vliegtuigplaatjes verzamelen en knutselen aan radio’s. Maar naarmate de Duitse bezettingspolitiek verhardde, verloren die activiteiten hun onschuldige karakter. Zolang ze niet gepakt werden, drong het gevaar nauwelijks tot ze door. Zelf niet toen er Joodse onderduikers werden opgepakt bij een bevriende familie of gezinsleden in het kader van de arbeidsinzet naar Duitsland werden afgevoerd. Wel verdween het kinderlijke. Dat maakte plaats voor kwaadheid.
Voor twee jongens waren de gevolgen desastreus. Ze werden gearresteerd en geconfronteerd met doodstraffen en executies. De derde wist aan arrestatie te ontkomen. Hij zette zijn acties voort tot aan het eind van de bezetting. Met gevaar voor eigen leven en met een hoog kwajongensgehalte.

Leo Touw, Marinus van Gurp, Anko Holthuis
Ontstaan:
‘Onbevangen Vastberaden’ is voortgekomen uit een drietal gesprekken die ik had in het najaar van 2011. Toen ik voor het eerst bij Anko Holthuis thuis kwam, zat hij op de bank. Hij begon te vertellen en na anderhalf uur zei ie: zo dat was het, meer heb ik niet te zeggen. Ik stond perplex en zodra ik weer buiten was moest ik denken aan Marinus van Gurp, die ik enkele dagen eerder had gesproken. In gedachte knoopte ik de verhalen van die twee aan elkaar en ik zag ze aan me voorbijtrekken als in een film. Een film over verzetshelden, maar dan anders.
Ik heb de opnamen vervolgens laten zien aan mijn vriend, de fotograaf en filmmaker Arnold Vogel. ‘Nog een’ zei hij, ‘je hebt er nog een nodig, als je er nog een hebt, heb je een film.’ Korte tijd later vond ik die ontbrekende schakel. Begin november 2011 interviewde ik Leo Touw over zijn broer Henk, over Paul Windhausen, over de radiopost op de Vloeiweide bij Breda en over hemzelf (alhoewel ie dat laatste niet zo belangrijk vond).

Kees Wouters, Leo Touw, Marinus van Gurp, Anko Holthuis
Ontmythologisering:
Onze voorstelling van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft, na meer dan zeventig jaar, langzaam maar zeker iets sacraals gekregen. Iets dat niet te vatten is, dat van een hogere orde is en derhalve nog altijd in talloze plechtigheden overal in het land met de nodige eerbied herdacht wordt. De verhalen over illegale drukkerijen, hulp aan onderduikers, gewapende overvallen en aanslagen getuigen van een bovenmenselijke heldenmoed, die je bij gewone stervelingen niet aantreft. Natuurlijk waren er meelopers en opportunisten die zich als verzetsstrijders uitgaven, maar dat waren niet de echte. Echt verzet voltrok zich in stilte. Echte verzetsstrijders opereerden in het geheim, werden gedreven door verheven idealen en waren volstrekt onzelfzuchtig. Hun rechtschapenheid staat boven elke discussie.
Maar tegelijkertijd komen ze daardoor ook steeds verder van ons af te staan. Juist omdat ze op zo’n hoog voetstuk worden gehesen. Het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog staat voor idealisme en morele superioriteit en naar gelang de tijd verstrijkt, zet dat beeld zich vast in ons bewustzijn. De figuur van de verzetsstrijder neemt mythische proporties aan. Hij is bereid te sterven voor de goede zaak. Zijn lijden staat in dienst van onze vrijheid. Wij kunnen ons dat bijna niet meer voorstellen, laat staan dat we ons met hem of haar kunnen identificeren.
‘Onbevangen Vastberaden’ is een poging tot ontmythologisering; een correctie op de beeldvorming zonder afbreuk te doen aan de verdiensten van de betrokkenen. Het is het verhaal van drie opgroeiende jongens die bijna spelenderwijs in het verzet verzeild raken.
Anko Holthuis, Leo Touw en Marinus van Gurp waren respectievelijk 14,14 en 12 jaar oud toen de oorlog uitbrak. Het was meteen raak. Op eerste Pinksterdag 12 mei 1940 moesten alle Bredanaars de stad verlaten. Breda zou precies tussen de frontlinies komen te liggen en daarom besloten de autoriteiten tot massale evacuatie. Het was een eerste onderbreking van een normale jeugd, maar afgezien daarvan veranderde er niet veel. In de eerste jaren van de bezetting gingen ze gewoon naar school en leidden ze een leven dat voor iedereen herkenbaar is.
Dat verandert als de Duitse repressie toeneemt. Leo Touw gaat zijn oudere broer helpen, die radioamateur is en door de Duitsers wordt gezocht. Rien van Gurp krijgt de pest aan de Duitsers als zijn vader voor de arbeidsinzet wordt opgeroepen en gaat met zijn trekwagen op pad om wapens te stelen. Anko Holthuis besluit, als zijn beste vriend wordt opgepakt, om diens plaats in te nemen in een spionagegroep. Alle drie verliezen ze hun kinderlijke onschuld, maar dat gebeurt eigenlijk ongemerkt. Ze deden het gewoon. Niet vanuit hooggestemde idealen, ideologische motieven of geloofsovertuiging, maar onbevangen en spontaan, gewoon omdat het moest.
De film gaat over verstoring van de alledaagse normaliteit. Het is niet moeilijk om je in te leven wanneer je jezelf herkent. Dit zijn gewone jongens zoals U en ik. Door bijzondere omstandigheden kwamen ze voor dilemma’s te staan die onze generatie altijd bespaard zijn gebleven. Het was bloedlink. Een van hen werd zelfs ter dood veroordeeld. Maar je begrijpt ze. Jij zou het zelf wellicht ook zo gedaan hebben. Om dichter bij de werkelijkheid van het verzet te komen is een bepaalde mate van vanzelfsprekendheid nodig en dat zie je bij deze mannen.

Marinus van Gurp, Leo Touw, Anko Holthuis
Accommodatie en heldendom – bijdrage aan het historiografische debat:
Jarenlang hebben we gedacht in zwart-wit termen over de oorlog. Je was goed of je was fout, en die twee morele oordelen vielen grofweg samen met verzet en collaboratie. Zo stond het beschreven in de boeken van Lou de Jong en het duurde tot in de jaren tachtig vooraleer Hans Blom, mijn oude docent Nederlandse geschiedenis aan de universiteit van A’dam en destijds directeur van het RIOD, kwam met de gedachte dat de werkelijkheid wel eens wat meer grijstinten kon bevatten dan de naoorlogse generatie graag wilden toegeven. De bakker bakte door en verkocht zijn brood. Ook aan een Duitse soldaat als ie toevallig in de winkel kwam. Was dat goed of fout. Theo Uden Masman speelde gewoon door met de Ramblers, ook toen de Joodse musici uit het orkest waren verwijderd, maar hij zorgde wel dat trompettist Sem Nijveen en zijn gezin de hele oorlog door te eten hadden. Volgens Blom vonden veel Nederlanders een manier om zich aan te passen. Accommoderen noemde hij dat. Dat was niet wit, niet zwart, maar grijs. En naarmate de tijd verstreek leek het wel of iedereen in Nederland tijdens de oorlog wat doorgemodderd had.
De discussie is sinds kort weer opgelaaid. Enkele jaren geleden vroeg NIOD-directeur Marjan Schwegman, zich af: ‘waar zijn de helden gebleven’. En ook historica Jolande Withuis pleitte onlangs nog in de Volkskrant voor eerherstel van de termen goed en fout. Het is opmerkelijk dat juist de historici van mijn eigen generatie, die de oorlog niet hebben meegemaakt, zoals Dienke Hondius en Evelien Gans, weer als een boemerang schijnen terug te keren naar het oude denkpatroon in de kleuren zwart en wit. Natuurlijk doen ze dat met de beste bedoelingen. Terecht signaleren zij dat het onderscheid tussen verzetsstrijders en collaborateurs dreigt te vervagen in een grijze soep, maar dat is naar mijn mening nog geen reden om nu maar weer snel de oude bril van goed en fout uit de kast te trekken. Accommodatie en heldendom kunnen prima samengaan. Vaak liggen ze in elkaars verlengde. Ik heb geprobeerd dat in ‘Onbevangen Vastberaden’ te laten zien.

Anko Holthuis, Nanouk Wouters

Haukje Heuff, Nanouk Wouters, Kees Wouters
Regie: Kees Wouters
Camera & Geluid: Nanouk Wouters
Montage: Haukje Heuff
Geluidsnabewerking: Dexter Wouters
© 2012 16:9 76 minuten/kleur

Onbevangen Vastberaden © 2012